Een 1 Golf Te Hoog

Geplaatst op 31-08-2013  -  Categorie: Verhalen Kano  -  Auteur: Toon Hoefsloot

Zo nu en dan gaan er kayakkers naar zee. Het zout, de golven, de eilanden, het illegale kamperen, de stromingen, het tij, de lol, etc. Augustus 31 en september 1. Lekker warm weer, lekker windje.

Kano 2Vrij vroeg voor ons clubje van zes ditmaal stonden we de boten te laden. We wilden naar Lauwersoog. Echt onzin, dat er niets boven Groningen gaat. Deze veerboot- en vissershaven ligt écht hoger dan Grun. 2½ uur karren. De boten naar het ons bekende schelpenstrandje. We wilden met de klok mee om Schier heen varen. Het tij was verre van ideaal; dat wisten we van te voren. Maar ach, op de Rijn hadden we immers ook vaak stroom tegen? Nu, met een stevige wind 5-6 Bft. uit het NNW-ten waren de omstandigheden nogal uitgesproken ongunstig. ‘n Tochtje met wat uitdagingen dus. De watjes waren niet mee.

Veertien km. bikkelen. Het golvend Wad. De kayaks wáre duikelaars. Spoedig drong het zout in onze kleren. Er moest flink aan getrokken worden en daar waren we voor gekomen. Gerard had de extra snelle boot van Geerte meegenomen. Hij kon de groep goed bijhouden. Voortvarend bereikten we het eiland, dat aan de westkant omgeven wordt door een breed en rond uitwaaierend strand. De golven leken daar flink toe te nemen. Steeds vaker begroeven onze voordekken zich in flinke golven voorzien van witte kuiven. Massief water zo te voelen. Gerard kreeg moeite met koers houden en zat niet geweldig vast in de boot. Het omvaren van de ronde punt werd zo een kluif van jewelste en dat was te voelen aan onze getrainde armen. Steeds als je dacht de vuurtoren dwars te hebben, was een blik op het kompas voldoende om te kunnen constateren, dat slechts het gevoel zei dat dit zo was. In werkelijkheid bleek het erg lang te duren eer we konden stellen dat die vermaledeide toren inderdaad dwars lag. In toenemende wind en vooral toenemende golfslag ploeterden we in een royale boog naar het noorden. Niet eenvoudig om de groep bij te houden. Gewoon keihard werken. Boven de 90 decibels werd er geroepen om een pauze. We hadden er 14 km op zitten en dat was bikkelen. Dat kwam omdat het watergeweld per 10 minuten leek toe te nemen.  Er werd besloten aan te landen voor een korte pauze van 15-20 minuten…

Dankbaar roetsjten we in diepe golfdalen richting strand. Rob werd daarbij verrast door een zeer hoge golf, die zijn boot in een onbeheersbare plané bracht. Zijn voorpunt begroef zich meedogenloos in het golfdal. Een voorwaartse ‘loop’ gevolgd door over de kop slaan was het gevolg. Rob, voor niets en niemand bang eskimoteerde vlekkeloos, sloeg opnieuw om door onverwacht hoge golven, rolde nogmaals overeind en kwam luid lachend om zijn ietwat geschonden imago enigerlei mate te verdoezelen, varend aan bij het zand waar zijn boot met een smak op werd gezet. Haiko, Toon, Edwin en Daan landden veelal via dwarse bongoslides zonder problemen, maar wel doornat aan. Gerard evenwel werd door massieve brekers overspoeld en bereikte door moedig doorzwemmen nat maar gezond het veilige zand. Uitgeteld, dat wel. Een sportief tochtje, uitermate geschikt voor een vrije zaterdag. Verbruikte energie moest worden aangevuld. Flink hydrateren was noodzaak. De temperatuur was hoog als de golven en het zout prikte ons in de ogen.

Tijd om eens op te stappen. Daan en Gerard bleken gesloopt. Zij verkozen om via het strand te lopen met de boten op de karretjes naar het midden van het eiland. Daar zou tijdens een tweede pauze bekeken worden hoe de golven zich ontwikkelden en wat dus de mogelijkheden voor de verdere tocht zouden zijn.

Edwin en Rob kozen als eerste het woeste sop, dat nog in hoogte scheen te zijn toegenomen. Een erfenis van de zware storm die een dag eerder had gewoed onder IJsland. Niet zonder moeite bereikten de mazzelaars open zee. Haiko volgde. Ook hij werd spoedig aan het zicht onttrokken door meters hoge schuimmassa’s en keerde niet terug.

Ik was minder fortuinlijk. Tot twee keer toe werd ik in de tweede brandinggolf serie in een achterwaartse surf gedrukt. In de hoge hangsteun overeind blijvend moest ik dus voor de derde keer alles geven om door de branding te komen. Die derde poging werd me fataal: twee golven die schuin op elkaar inliepen lieten een bedenkelijk hoge klapotis zien. Ik gaf alles wat ik in me had, maar het mocht niet baten. Ik voelde mijn boot zich oprichten terwijl het massieve water mij andermaal te machtig was. In een achterwaartse ‘loop’ sloeg ik ruggelings over de kop. De boot rolde nog twee maal om. Ik raakte gedesori?nteerd. Uitstappen bleef als optie over om het vege lijf te redden. Ruwe massa’s spoelden boot, peddel en kayakker aan wal. Geen fysieke of materi?le schade. Wel ‘Eén Golf Te Hoog’. Sakkerju! In mezelf grinnikkend knoopte ik mijn karretje onder de boot en zette soppend in mijn surfschoenen de strand achtervolging op Daan en Gerard in.

Bij de afgesproken tweede pauzeplek wachtten onze twee wandelaars op wat er vanuit zee zou komen. Haiko dus. Een aanlanding niet van gevaar gespeend. De golven werden alleen maar hoger zo bleek. Hij kwam varend aan, niet zonder twee maal omgeslagen en weer overeind te zijn gerold. Even later waren we met ons vieren tot de slotsom gekomen, dat terugkeren naar zee geen optie meer was en we ploeterden met onze volle boten over het mulle strand naar de duinopgang richting camping. Edwin en Rob ploeterden op hoge zee verder en werden intussen veelvuldig in dwarse bongoslides overspoeld. Een griezelig hoge zee. Aanlanden ronduit gevaarlijk. Zij besloten -buiten ons medeweten- door te varen om de Oostpunt heen, waar gunstiger omstandigheden in wat meer luwte aanlanden waarschijnlijk mogelijk maakten.

Tijdens de wandeling van de groep van vier naar de camping stelden we vast, dat de door ons gekozen optie onontkoombaar en dus de resterende mogelijkheid was. De campingreceptioniste schreef ons in: 4 kayakkers met boot zonder tenten. Verbazing.

Open bekjes bij het personeel. Geen tenten, dat was goedkoop! We sliepen onder tarpzeiltjes, liggend naast onze boten. Vredig, droog en veilig. Geen blessures; belangrijk! In de avond belden we de groep van twee. Die bleek inderdaad om de oostpunt te zijn heen gevaren. De wijn lieten ze zich goed smaken want verdiend; wij kookten een maaltijd en knabbelden noodgedwongen wat droge nootjes die we met koffie of thee wegspoelden. Een prachtige nacht. ’n Enkel slokje prioriteit. Veel sterren. Stilte. Nu en dan een mug om mijn hoofd.

Die zondag overlegden we wat ons te doen stond. Rond het middaguur zouden we bij laag water vanaf de jachthaven via de geultjes en de ondiepten zigzaggend terugvaren naar Lauwersoog. In het dorpje welgevulde terrasjes. We dronken koffie en hete choc. Dan snel door naar de haven, omkleden en te water. ’n Uur voor de kentering moesten we varen om de laatste resten ebstroom mee te hebben in de geul onderlangs het eiland. Mooi rustig water daar door aflandige wind. Geultjes overstekend en ondiepten overlopend met de boot op sleeptouw bereikten we redelijk snel de grote geul boven Lauwersoog. Andermaal vrij hoge golven en flinke wind schuin achter. Genieten ditmaal. Behalve Gerard, die grote moeite had de lange rechte Riot Gun van Geerte op koers te houden. Hij vervloekte het besluit die boot verkozen te hebben boven zijn eigen, in deze omstandigheden veel geschiktere Nigel Dennis Romany. Tussen kiters en surfers door ploegden we terug naar ons vertrekstrandje. Half drie. De groep van twee zou rond 5 uur aankomen. Achter de dijk uit de wind aten en dronken we de tijd weg, naleuterend over zaterdag. Nu en dan ging iemand kijken of de groep van twee al zichtbaar werd. Niet dus.

We liepen onze boten alvast naar de trailer en knoopten ze op. Met mijn mocucculair kijkertje traceerden we onze vrienden, nog ver van de wal. Wij gingen dus alvast maar een visje eten. Rode poontjes en in mijn geval een joekel van een schol. De wijn smaakte me zelden lekkerder.

Telefoon. Groep twee was aangeland: 18.30 u. Geploeterd hadden ze over drooggevallen slikken vol soppige modder. Veertig meter ploeteren, 5 minuten pauze. Fataal voor de fysiek, fantastisch voor het verhaal. Onze eigen clubmacho’s voor het eerst gesloopt door onontkoombare modderplaten. Ook een visje dan maar.

Via de Frieslandroute droomden we onze tocht nog maar eens na. Om 22.00 u. spoelden we het zout uit onze zwemvesten en anoraks. We stalden onze boten. Thuis. Morgen maar weer eens gewóón werken.

Toon Hoefsloot.